Dylans eeuw

Mei 2021 had mijn boek De Eeuw van Bob Dylan moeten verschijnen, de maand dat de troubadour aller troubadours 80 werd. Ik kreeg het boek niet tijdig af. Zeker is dat de bijgaande foto van Gijsbert Hanekroot het omslag zal sieren. Bij wijze van voorpublicatie, hierbij vast acht korte fragmenten uit het eerste hoofdstuk.

Debuut, 1946

Joden worden geweerd uit de gemengde sociëteiten in Duluth. De Joodse gemeenschap roept daarom een eigen gemeenschapshuis in het leven. Het draagt eerst een yiddische naam, maar wordt bekend als de Covenant Club. Gekleed in een wit pakje is Bobby hier present op de bruiloft van een tante. Familieleden proberen hem ertoe te bewegen te zingen; ze bieden hem er zelfs geld voor. Het jochie wil niet; vader Abe haalt hem over. Twee liedjes zingt Bobby. Van een oom krijgt hij 25 dollar. Bobby wil dat geld niet, zegt hij tegen zijn moeder, en hij geeft het terug. The Convenant Club, Duluth, 1946: Bob Zimmerman debuteert als zanger in het clubcircuit.

Emmett Till, 1955

In de zomer gaat Emmett Till uit Chicago logeren in Mississippi. “Als je moet knielen en buigen wanneer er een blanke passeert, doe het dan maar,” zegt zijn moeder volgens de overlevering. Zij kent de mores van blank en zwart in Mississippi. Op een avond ontvoeren twee witmannen Emmett. Buiten het dorp beuken ze zolang op Emmett in dat hij onherkenbaar wordt. Ze steken zijn ogen uit. Met prikkeldraad binden ze een ventilator om zijn nek. Zodat hij snel wegzinkt in de rivier. De gebeurtenis maakt diepe indruk. Ook op Bobby Zimmerman. Hij zal ooit over Emmett zingen. Maar zomer 1955 is Bobby nog veertien, twee maanden ouder dan Emmett is geworden.

Bar-B-Q, 1957

Collier’s Bar-B-Q, de snackbar van Rose von Feldt die ook wel gewoon Feldt’s wordt genoemd, is de hangout van Hibbings jeugd. Met zijn band, houdt Bobby hier regelmatig op zondagmiddagen openbare repetities. Hij hamert er driftig op los op de piano, improviserend met teksten op één en hetzelfde akkoord. Bobby’s vriendinnetje Echo is van de partij. Ze stelt vast dat velen niet erg gecharmeerd zijn van Bobby’s zangkunsten. “Als ik wist dat hij weer ging optreden, was ik al dagen van tevoren van streek. Je kon erop dat wachten dat het publiek hem uitjouwde en belachelijk maakte. Ik wist dan niet waar ik het moest zoeken, zat vaak bijna te huilen.”

Annie’s Baby, 1957

In zijn boek Dylan & Me herinnert Louie Kemp zich optredens van zijn vriend Bobby. Tijdens een talentenavond op een zomerkamp zingt Bob, hamerend op een piano: “Annie had a baby, can’t work no more….” Het liedje van Hank Ballard & The Midnighters wordt door blanke radiostations niet gedraaid. Dus zingt Bob het. Het meest memorabel vindt Louie een performance in de zomer van 1957. De kids op het zomerkamp hebben het een dag voor het zeggen; Bobby Zimmerman bedenkt zichzelf met de rol van muziekregisseur. Met zijn gitaar klimt hij op het dak van het centrale kampgebouw. De godganse dag speelt hij vanaf de top alle repertoire dat hij kent.

Stripclub, 1959

Juni 1959. Bobby heeft zijn diploma, hij is senior. Hij slaat de schooldeuren van Hibbing High achter zich dicht. Zijn vader vraagt Bobby of hij feest gaat vieren, nu hij deze mijlpaal heeft bereikt. Bobby haalt zijn schouders op; hoezo mijlpaal? Toch komt er een feestje. Kort daarna stapt hij op de bus naar Central City in Colorado. Historisch mijnstadje, 600 inwoners, gokclubs; hij speelt er in een striptent. Daarna met de bus naar Denver. Hij bezoekt een club waar twee folkzangers optreden die hij kent. Jesse Fuller en Don Crawford. Bobby kijkt hen op de vingers, absorbeert hun speeltechniek en volgt de posities van hun vingers op de gitaarhals. Wow!

Glorie, 1960

Dylan raakt begeesterd door Woody Guthrie; diens liedjes, diens leven, diens persoon. Minnaepolis’ plaatselijke beatnik Dave Whitaker, ofwel Diamond Dave, leent Bobby het boek Bound for Glory, de Weg naar Glorie. Het is de autobiografie die Guthrie, in 1912 geboren in Oklahoma, op 32-jarige leeftijd publiceert. Over zijn moeilijke jeugd, zijn bestaan als reclametekenaar en cartoonmaker, armoede en crisis, zijn vlucht voor de stofstormen, zijn optredens als muzikant voor communistische clubs. Bobby vindt het boek bijna te indrukwekkend om te bevatten. In een paar maanden tijd transformeert hij tot Woody Guthrie de Tweede. Zijn liedjes zingt hij waar hij kan; in de ochtend, de middag en de avond. Hij ademt Guthrie.

Joan, 1960

Het debuutalbum van Joan Baez is een bestseller en levert haar eind 1960 een gouden plaat op. Joan, vier maanden ouder dan Dylan, mag zich koningin van de folkmuziek noemen. Als hij Joan op TV ziet, kan hij zijn ogen niet van haar afhouden. Dylan schrijft later: “Naar haar kijken alleen al maakte me high. En dan was er ook nog die stem van haar. Ik zou haar niet durven ontmoeten, maar ik wist dat het ooit zou gebeuren.” Een paar maanden later al komt het ervan; nadat Dylan Minneapolis verruilt voor New York. Baez noteert in haar memoires: “Hij was nerveus, mompelde wat beleefdheden, glimlachte en leek zich wel te vermaken.”

Bob Levy, 1960

Als Bobby Zimmerman strijkt hij neer in Minneapolis, als Bob Dylan zet hij koers naar New York. Waarom Bob Dylan? Heeft het misschien te maken met zijn joodse identiteit? Wil hij mede om die reden niet langer als Zimmerman door het leven gaan? Muzikant Tony Glover, met wie Dylan in Minneapolis bevriend raakt, vraagt er zijn kameraad jaren later naar. Dylan antwoordt ontwijkend, klinkt licht geïrriteerd. Hij zegt dit: “Ik bedoel, het zou niet hebben gewerkt als ik de naam had veranderd in Bob Levy of Bob Johnston of Bob Donut. Ik bedoel, het zou niet hebben gewerkt. Er moest iets aan zijn om het allemaal een extra dimensie te geven.”

Meer Dylan: Witte knie

Foto: Gijsbert Hanekroot