Patatje Met. Het scheelde weinig of deze schlager was een daverende hit geweest. Ik schreef het liedje en zong het kameraad Hans Steenbergen voor. Omdat ik niet kan gitaarspelen en hij wel, zocht hij er passende akkoorden bij op zijn instrument.
De ontstaansgeschiedenis van Patatje Met is een verhaal apart. Met cafetariavakblad Snackkoerier, waarvan ik hoofdredacteur was, wonnen we de prijs Het Beste Vakblad van Nederland. Dat was niet zomaar wat, maar een officiële award van het verbond van Nederlandse tijdschriftuitgevers. Andere genomineerden waren niet-misselijke tijdschriften als Binnenlands Bestuur en Misset Horeca.
Enfin, er bleek een fikse geldprijs verbonden aan deze lauwering. Alles opgeteld; 25 duizend gulden. Alle redactieleden kregen een welverdiend bedragje; toen bleef er nog flink wat over. Om te voorkomen dat dit geld bij de uitgeverij met de bonen de pot zou ingaan, bedacht ik een projectje. Met een koor van lezers gingen we een carnavalslied opnemen.
Goed, zo geschiedde. Producer Eddy Owens had er wel trek in. Eddy Owens, je weet wel; betrokken bij liedjes als I Remember Elvis Presley en Ding a Dong van Eurovisionist Teach-In. Met Ouwens, lurkend aan een sigaret in een lange filterhouder, bedacht ik een medley van snacksongs: Het Grote Snacklied.
Deze medley ging van “trek, trek, trek, ja ik snak naar een snack”. Begin 1996 verscheen de single-cd, vlak voor het carnaval. Alle lezers van Snackkoerier kregen een cdtje en het liedje deed het her en der aardig op lokale radiozenders. Het verscheen zelfs op een verzamelcd met skihut-achtige feestliedjes.

Ter vulling moest er op de singlecd een tweede liedje komen. Dat werd een vlot rijmpje dat ik in een paar minuten bij elkaar schreef, inclusief een melodie die zichzelf opdrong en door mijn hoofd bleef spoken. Patatje Met dus, en een vleeskroket. In de zomer van 1996 werd ik gebeld door Eddy Ouwens. “Door jou heb ik een klotenvakantie gehad,” sprak dandy Eddy, ongetwijfeld lurkend aan zijn lange sigarettenpijpje. “Liep ik op het strand daar in Zuid-Frankrijk, dreinde de hele tijd Patatje Met in m’n kop.”
Eddy wist als geen ander dat dit gedrein een goed teken is. Dus bracht hij voor carnaval 1997 Patatje Met opnieuw uit, nu als a-kant van een single. Van trots glom ik als een frikandel speciaal met uitjes. Patatje Met werd een hitje in enkele lokale hitlijsten en haalde zelfs de eerste plaats van een radiostation in Zwolle. De fax met de hitlijst ter bewijs moet ik nog wel ergens hebben.
Landelijk schopte het dreundeuntje het tot de Nederlandstalige Tipparade. Twee weken lang stond het in de tip 5 tussen liedjes als Lach Toch Nog Eén Keer Naar Mij van André Hazes en Hep Ie Luis? van Hans Kraay jr. Een tip, nee meer dan een tip werd het niet, maar de paar tientjes die ik als ware tekstdichter kreeg van de Buma Stemra, heb ik mij goed laten smaken.
Nog een liedje: Mei
Foto bovenaan: Shutterstock, Augustino