Volgens mij zijn er meer mensen die het doen. Met de auto even een rondje maken rond hun stad, de hele ringweg rond, misschien zelfs nog een tweede keer. Ik deed het wel eens, altijd ‘s avonds, een enkele keer ‘s nachts. Een rondje Groningen.
Je zet de muziek in de auto wat extra hard, muziek die destijds nog kwam uit, en nou komt ‘ie, een autoradiocassetterecorder. Of ik maakte het ringwegrondje juist zonder muziek, zodat er plaats in het hoofd was voor mijmeringen en reflectie op van alles en nog wat.
Hierover gaat dit liedje De Ringweg, dat ik schreef en zong met Otto’s Lotgenoot. Het was de achterkant van de single Stil Spel. Ja, zo was het, muziek had ooit een achterkant en een voorkant. Beide zijden waren tastbaar.
Sterker, de muziek zelf was tastbaar, je kon de groeven voelen met je vingertoppen als je wilde. Om van het hoesje en het gat in de single nog maar niet te spreken. Kom daar anno nu bij Spotify eens om.
Nogmaals Otto’s Lotgenoot: Doe het zelf man
Foto: fragment van hoes, Wladimir van der Burgh