Ineens schrik ik me rot. Ben ik beland in een bubbel? Even zien… Voordat ik me écht sappel ga zitten maken, eerst maar eens opzoeken wat dat eigenlijk officieel is, zo’n bubbel. Een online-woordenboek omschrijft hem, want de bubbel is mannelijk, als ‘een afgesloten levenssfeer of denkwereld’.
Wat zegt Van Dale? Mijn verouderde editie houdt het bij ‘luchtbelletje, bobbel’. Nee, de bubbel die ik bedoel was kennelijk nog niet geboren toen mijn woordenboek werd gedrukt. Online gaat Van Dale wel helemaal los, althans voor de begrippen van woordenboekschrijvers: ik vind de nieuwere betekenis die ik zoek. Eerste omschrijving: ‘kring van mensen waarin iemand meestal verkeert, terwijl andersdenkenden niet of nauwelijks tot zo’n kring kunnen doordringen’. Omschrijving twee lijkt van nóg recenter datum: ‘groep personen tot wie iemand zich in zijn sociale contacten beperkt ten tijde van een epidemie’.
De potentiële bubbel waarvan ik mij met een schok gewaar werd, stemt eigenlijk niet écht, of misschien wel helemaal níet overeen met Van Dale’s omschrijvingen. In welke mogelijke bubbel dacht ik mij met schrik te hebben begeven? Ik laat de feiten van de afgelopen dagen even voor zichzelf spreken.
Nauwlettend volgde ik op de televisie een betoog van mijn partijgenoot Herman Tjeenk Willink (81) over de erosie van de rechtstaat en de democratie. Met aandacht las ik de recensies van de nieuwe albums van Paul Simon (81) en Graham Nash (81). Maar ook het verhaal over het nieuwe boek van cartoonist Willem ofwel Bernard Willem Holtrop (82) nam ik tot mij. Zoals je elders op de homepage kunt lezen, stond ik even stil bij de 82-ste verjaardag van Bob Dylan, troubadour aller troubadours. Verder consumeerde ik een artikel over acteur Harrison Ford (80). Bovendien stuitte ik al zappend op beelden van politica Hedy D’Ancona (85). Gisteravond nog keek ik ademloos naar een lange documentaire over Tina Turner (83).
Nee, het mag geen verwondering wekken dat ik meende te zijn beland in een bubbel van tachtigers. Niet dat dit verder erg zou zijn of is, maar het zet je toch onwillekeurig aan het denken. Ik bedoel, wie wil er nou eenkennig zijn of worden? Vind ik de twintigers, dertigers, zeventigers of negentigers minder boeiend? Sluit ik mij teveel af voor andersdenkenden die zich níet tot de tachtigers mogen rekenen? Ben ik overgevoelig voor de eruditie van tachtigers?
Of is het allemaal toeval? Nou ja, toeval…
Gezien het aantal tachtigers in ons land, is de statistische kans 1 op 22 dat ik met één van hen wordt geconfronteerd in de media, op straat of andere manieren. Dat is toch bijna 5 procent. Enfin, bubbel of niet, het komende weekeinde breng ik weer een bezoek aan mijn vader (83). Bij mijn moeder (81) ga ik natuurlijk ook even langs. Eerlijk gezegd, zij kampt in extremo met een afgesloten levenssfeer en denkwereld.
Zou ik eigenlijk erfelijk belast zijn met haar bubbel?
Ik zat in de wachtkamer: Wachtkamer
Foto: Shutterstock / David Lade