Memphis, 1954

Het prille begin

Elvis The King. De eerste megaster van de rock & roll. Bij leven een legende, na zijn dood een mythe. Maar in de grond van de zaak gewoon een ambitieuze muzikant van vlees en bloed. Ook zijn verpletterende loopbaan als performer begint in de marge, ergens in Memphis. Precies een halve eeuw geleden geeft Elvis Aron Presley zijn eerste optreden in de hoofdstad van Tennessee en neemt hij zijn single ‘That’s Allright’ op. Het prille begin van Presley.

De erven Presley ofwel Elvis Presley Enterprises (EPE) laten het 50-jarig ambtsjubileum niet ongemerkt passeren. De schoorsteen van Graceland moet per slot van rekening roken. De firma die waakt over de nalatenschap van Elvis, stelde een uitgebreid programma samen met arrangementen die in het teken staan van de herdenking van Presleys debuut. Presleys mansion Graceland is vanzelfsprekend het brandend middelpunt van de activiteiten. Ook de gemeente Memphis draagt zijn steentje bij met festiviteiten op 5 juli.

De feestelijkheden met optredens van Elvis’ makkers Scotty Moore en DJ Fontana staan in het teken van The 50th Anniversary of Rock & Roll. Deze header is wat kort door de bocht, want de rock & roll begint strikt genomen niet bij het debuut van Elvis Presley. Niet alleen steekt Bill Haley hem met hitsucces nipt het loef af, bovendien houdt deejay Alan Freed al in 1952 zijn beruchte rock & roll party’s. Dat Presley echter degene was die ervoor zorgt dat het genre zijn positie voorgoed grondvest, zal geen muziekhistoricus ontkennen.

Vernon, Gladys en Jesse Garon

Amerika verkeert halverwege de 1930s nog in de diepe crisis die volgt op de dramatische ineenstorting van de beurskoersen in 1929. Grote delen van de bevolking kampen met bittere armoede, de werkloosheid is hoog. In dit Amerika, in Tupelo, komt Elvis Aron Presley (officieel gespeld met één A) ter wereld op 8 januari 1935, dik een half uur na zijn dood geboren tweelingbroer Jesse Garon. Deze dramatische start van zijn leven zal ongetwijfeld een stempel gedrukt hebben op de rest van Elvis’ bestaan. Het is uit de psychologie bekend dat een dergelijk voorval de overlevende kan opzadelen met een enorm schuldgevoel.

Niet ondenkbaar is dat Presley mede hierdoor een extreem sterke emotionele band met zijn moeder Gladys ontwikkelt. Deze aanhankelijkheid wordt extra versterkt door het feit dat Presleys vader een groot deel van de opvoeding verstek laat gaan. Pa Vernon Presley brengt voor relatief kleine vergrijpen, zoals oplichting, enige tijd door in de gevangenis of is door zijn baantjes ver van huis en haard gedwongen zijn vrouw en zoon achter te laten. De tragiek waardoor Elvis Presley als mens en artiest – zeker in zijn latere leven – zo getekend wordt, heeft zijn oorsprong in deze jaren, dat lijdt geen twijfel.

In ander opzicht heeft The King de wind juist erg in de zeilen.

Tijdperk van muzikale innovaties

Elvis groeit op in een tijd dat de entertainment- en muziekindustrie in hoog tempo een ander gezicht krijgt. In de bijna twintig jaar tussen zijn geboorte en zijn debuut als rockzanger, volgt de ene muzikaal-technische innovatie na de andere. Feitelijk wordt in deze periode de basis gelegd voor de muziekbeleving van tegenwoordig. Muziek wordt een consumptief massaproduct, terwijl de mensen er voorheen alleen live of via bladmuziek kennis van konden nemen. Talrijk zijn de voorbeelden van ontwikkelingen uit de periode 1935-1954 die een beeld geven van de revolutionaire veranderingen, die zich in Elvis’ jonge jaren voltrekken en de basis vormen van een situatie waarvan hij als geen ander zal profiteren.

Cover Music Maker, juli 2004.

In de tijd dat Elvis baby, peuter en kleuter is, komen de eerste succesvolle radio deejays opzetten, wordt dansmuziek populair door toedoen van big bands, maken de eerste elektrische hollowbody gitaren opgang, wordt het principe van magnetische bandopnames ontwikkeld, komt de blues aan de oppervlakte (Robert Johson, Tampa Red en Big Bill Broonzy) én verschijnt de eerste nationale hitparade van Billboard (1937).

Ook beleeft de standaard vierdelige drumkit zijn doorbraak, zorgt Roy Acuff ervoor dat de countrymuziek zijn breakthrough beleeft en dient de contrabas zich aan als ritme-instrument in kleine jazzbands, die vanaf dat moment overwegend in vierkwartsmaat gaan spelen.

Televisie, jukebox en 45 toeren

Nog voordat Presley tien jaar is, beginnen daarbij ook nog de televisie en de jukebox aan hun opmars, media die belangrijk bijdragen aan de popularisering van nieuwe muziekstromingen in de VS. CBS houdt bovendien in 1948 zijn 45-toeren plaat ten doop, ofwel de single, de geluidsdrager waarmee de jongerenmarkt ontgonnen zal worden.

In Elvis’ puberjaren komt de elektrische blues op, onder de bezielende leiding van Muddy Waters, met Chicago als zenuwcentrum. In kringen van zwarte rhythm & bluesmuzikanten raken vervoegingen van ‘rocking’ in songteksten in zwang met de single Good Rockin’ Tonight van Roy Brown uit New Orleans, opgenomen in 1947, als het meest sprekende vroege voorbeeld. In hetzelfde jaar neemt countrymuzikant Hank Williams met zijn band The Drifting Cowboys Move It On Over op, een song die vaak wordt beschouwd als de belangrijkste opmaat naar de blanke rhythm & blues ofwel de rock & roll.

Een jaar eerder, in 1946, gaat Arthur ‘Big Boy’ Crudup voor de tweede maal de studio in, nadat hij vijf jaar eerder onder leiding van bluesmuzikant Big Bill Broonzy zijn eerste songs heeft opgenomen. Crudup komt uit Mississippi, maar vertrekt in het kielzog van Waters en anderen naar Chicago. Daar leeft hij in een parkeergarage en verdient zijn karige centen als straatmuzikant. In het eerste naoorlogse jaar legt Crudup bluessongs vast met een niet-alledaagse bezetting van elektrisch versterkte slaggitaar (Big Boy zelf), een stringbass en drums. Het is de line-up van de hedendaagse poprockband, met dit verschil dat solidbody elektrische (bas)gitaren nog niet bestonden. Eén van de tracks die Arthur Crudup in 1946 opneemt, draagt de titel That’s All Right. De jonge Presley is diep onder de indruk van Crudup en diens performance.

First Assembly of God

In de loop van de 1940s raakt de VS economisch weer in goeden doen. Hiervan profiteert ook de familie Presley, hoewel de gegoede status maar van korte duur was. Vader Vernon koopt een eigen huis (1945). Elvis komt in aanraking met gospel via de First Assembly of God, het kerkgenootschap waarbij het gezin is aangesloten. In deze tijd – vlak voordat Elvis elf jaar wordt – kan Gladys Presley zich zelfs de luxe veroorloven een gitaar te kopen voor haar zoon. Ma telt er ongeveer tien dollar voor neer. Zowel een oom van Elvis als countrymuzikant Mississippi Slim, die hij kent via het lokale radiostation van Tupelo, brengen Presley de eerste beginselen van het gitaarspel bij.

Op school, waar Elvis nu en dan ook piano speelt, blijft zijn talent niet onopgemerkt. De opvallend geklede, maar in wezen verlegen Presley heeft wel af en toe een extra zetje nodig en krijgt dat dan ook. Door toedoen van een lerares neemt Elvis deel aan talentenjachten (in oktober 1945 voor het eerst op een kermis) en speelt hij op de gitaar liedjes in de klas. Dit soort performances helpt hem over de drempel van zijn voetlichtvrees. Ja, even lijkt het geluk het gezin in Tupelo eindelijk toe te lachen, maar de betrekkelijke welvaart is dus andermaal van korte duur.

Verhuizing naar Shake Rag

De armoede slaat opnieuw toe in huize Presley. Door geldzorgen gedwongen, verhuist het gezin in 1947 naar Tupelo’s arme zwarte wijk Shake Rag, de voddenbuurt. Elvis Presley komt er in aanraking met de extatische kerkdiensten van de zwarte wijkbewoners. Ook op andere manieren maakt hij van dichtbij kennis met de zwarte muziek, destijds nog een volkomen gescheiden circuit met eigen platenlabels, zwarte radiostations en platenzaken met ‘race music’, zoals dat destijds genoemd werd. Wellicht doet Presley tijdens de uitbundige religieuze ceremonies of in de zwarte clubs in de buurt inspiratie op voor zijn bekende heupbewegingen, die het conservatieve deel van de Amerikaanse bevolking nog geen tien jaar later zullen schokken, maar de rest van de natie in verrukking zullen brengen.

Al na enkele maanden komt de periode in Shake Rag, Tupelo ten einde. Vader Vernon komt weer in aanraking kwam met justitie. Hij kan zijn gezicht niet meer overal in de stad laten zien. Daarom verlaten vader, moeder en Elvis Presley de stad en verhuizen ze in september 1948 naar Memphis.

Memphis Minnie en B.B. King

Voor Elvis’ perspectieven als muziekmaker is de verhuizing naar Memphis geen slechte zaak. Hij komt in zijn nieuwe woonplaats in aanraking met de muziek van B.B. King en Memphis Minnie, bezoekt gospelconcerten, maakt op zijn nieuwe middelbare school de blits met zijn gitaar en neemt af en toe deel aan talentenjachten. Zo behaalt hij bij een countryconcours in Meridian een tweede plaats, hetgeen hem een gloednieuwe gitaar oplevert. Ja, Memphis verschaft hem een goede voedingsbodem om zich verder als muzikant te kunnen ontplooien.

De stad is oorspronkelijk een nederzetting van indianen totdat Franse immigranten er in de eerste helft van de achttiende eeuw een fort stichten. Nadat de Chickasaw-indianen definitief met een verdrag afstand doen van hun rechten op het gebied, wordt in de 1820s Memphis gesticht, een stad die in de tweede helft van de negentiende eeuw snel uitbreidt. Na de afschaffing van de slavernij trekken veel Afro-Amerikanen naar de stad. Er wordt een speciaal bureau in het leven geroepen, dat de zwarte bevolking bijstaat in hun ommezwaai van slaven naar vrije burgers.

Op muzikaal gebied is Memphis veel dank verschuldigd aan de blanke burgemeester Edward H. (Boss) Crump. Hij brengt ordening aan in het muziekleven van de stad om wildgroei en criminaliteit te voorkomen. Hiertoe roept Boss Crump in 1908 een speciaal muziekbureau in het leven. Crump, die vele tientallen jaren de scepter zwaait in Memphis, wordt wel gezien als de eerste organisator van bluesfestivals in de openlucht. Mede dankzij hem bloeit de muziekcultuur in de stad en kan de blues er wortel schieten. Over Boss Crump wordt in menige bluessong de lof gezongen. Maar ook de jugband-muziek, gemaakt met behulp van een wasbord, bloeit op de voedzame muzikale bodem van Memphis. Presley is een liefhebber van de Memphis Mudcats, die hij meer dan eens ziet optreden in Handy Park aan Bealestreet.

W.C. Handy, vrij zwart burger uit een upperclass milieu, wijdt niet voor niets zijn legendarische compositie Memphis Blues aan deze stad, ruim tien jaar nadat hier het eerste entertainmentcentrum speciaal voor Afro-Amerikanen in gebruik is genomen. Het is goed toeven in Memphis. In de tijd dat het gezin Presley zich hier settelt, is het een geregelde, veilige stad met bijna 400.000 inwoners, een plek waar blank en zwart in relatieve harmonie hun leven leiden.

Sam Phillips en zijn Sun Studio’s

De Sun Studio’s ontwikkelden zich tot één van de brandpunten van de muziekscene in Memphis. Ze zijn het domein van Sam Phillips, in 1923 geboren in de staat Alabama, opgeleid tot radiotechnicus. Phillips werkt aan het begin van de 1940s als samensteller van vooral live muziekprogramma’s voor verschillende radiostations. In 1945 treedt hij in dienst als engineer en presentator bij een radiostation in Memphis. Landelijk krijgt hij bekendheid door zijn zondagmiddagse uitzendingen met blues, pop en jazz, een programma dat wordt overgenomen door CBS.

Ondanks dit succes, houdt Phillips de radiowereld na enkele jaren voor gezien. Hij begint een eigen bedrijf. In oktober 1949 opent de radiotechnicus in een winkelpand aan Union Avenue zijn Memphis Recording Service. In zijn reclame gebruikt hij de kreet ‘We Record Anything Anywhere Anytime’. Waar iets te vieren of te treuren valt dat moet worden vastgelegd, is Phillips van de partij met zijn draagbare recorder. Nog geen jaar na de opening van zijn zaak, start de radioman daarnaast zijn eigen platenlabel, kortweg Phillips.

Eind augustus 1950 maakt hij met bluesmuzikant Joe Hill Louis Boogie In The Park, een single die wordt geperst in een oplage van driehonderd stuks. Na deze eerste persing besluit Phillips echter zich te beperken tot het opnemen en de rest aan derden over te laten. Dat breekt hem lelijk op met zijn volgende artiest, B.B. King. Hij maakt tot de zomer van 1951 vijf singles met B.B. King, maar komt later in conflict over de uitgaverechten.

Ike Turner en Rocket 88

In het voorjaar van 1951 komt Ike Turner met zijn band vanuit Clarksville, centrum van de zwarte blues, naar Phillips’ studio. Het verhaal gaat dat tijdens de rit van Clarksville naar Memphis de gitaarversterker van het dak van de auto valt, wat een gescheurde speaker tot gevolg heeft. De gitaarpartij van gitarist Willie Kizart klinkt daarom als een scheurende sax. Phillips geeft de gitaarpartij desondanks een prominente plek in het totale klankbeeld. Het resultaat is Rocket 88, een song die verschijnt op het befaamde zwarte Chess Label in Chicago en in de zomer van 1951 de top van de zwarte hitlijsten bereikte. Een tweede hit volgt snel, Howlin’ Wolfs evergreen How Many More Years.

Phillips plukt vanwege onduidelijke zakelijke afspraken nauwelijks de vruchten van de eerste twee hitsuccessen uit zijn studio. Hij breekt met Chess Records en roept aan het begin van 1952 opnieuw een eigen label in het leven, Sun Records. De eerste release is in maart Drivin’ Slow van de zwarte saxofonist Johnny London. Maar het duurt even voordat Phillips opnieuw een groot succes boekt. Hij blijft ondertussen de eindjes aan elkaar knopen, onder meer met de opbrengsten van de machine die grammofoonplaten kan persen in een oplage van één.

In de zomer van 1953 komt een slungelige jongeman met gitzwart van gel glanzend stijf haar de winkel van Phillips binnen. Op 18 juli neemt Elvis Presley, net klaar met de middelbare school, bij de Recording Service twee songs op voor zichzelf, My Happiness en That’s When Your Heartache Begins van de zwarte zanggroep The Inkspots. De jongeman telt vier dollar neer en verlaat met het versgeperste grammofoonplaatje onder zijn arm weer ijlings de zaak van Sam Phillips.

Bijna een half jaar later maakt Presley nogmaals de gang naar het winkeltje van Sam Phillips. Vier dagen voor zijn negentiende verjaardag koopt hij een cadeautje voor zichzelf. Hij neemt weer twee liedjes op, I’ll Never Stand In Your Way en Casual Love Affair. In tegenstelling tot zijn eerste bezoek, maakt hij even kort kennis met Sam Phillips. Maar net als de eerste keer, verlaat Elvis de winkel weer vlot als het plaatje klaar was.

Bleke jongen met felle Afro-kleding

Presley verdwijnt niet uit de gedachten van Phillips en zijn medewerker Marion Keisker. Keisker heeft bij het eerste bezoek al het telefoonnummer van Elvis genoteerd. Het kan haast niet anders of hij moet een opvallende verschijning zijn geweest. Elvis koopt zijn kleren bij een winkel aan Beale Street, een zaak die vooral in trek is bij artistieke en criminele Afro-Amerikanen.

Foto: RCA

De bleke jongeman kleedt zich in de felle kleuren van de zwarte bevolking, combineert zonder mankeren felgroen met felrood of helwit. In combinatie met zijn bakkenbaarden, haardracht, witte puntschoenen, witte sokken en de opgetrokken kraag van zijn jasjes, de mode van Memphis, zal Elvis Presley een stijlicoon worden voor een hele generatie jongeren. Destijds zal menigeen hem, zeker in de blanke gemeenschap, waarschijnlijk vooral een mafkees hebben gevonden. Maar Sam Phillips en Keisker moeten geroken hebben dat Presley iets bijzonders was.

Phillips heeft al aan den lijve ondervonden hoe goed de zwarte rhythm & blues aanslaat. Hij beseft ook dat de tijd niet rijp is voor zwarte muzikanten om op grote schaal door te dringen tot de blanke muziekindustrie om daarmee het veel grotere en veel kapitaalkrachtiger blanke deel van Amerika te bereiken. Ondanks het succes in 1951 van Sixty-minute Man van The Dominoes, de eerste zwarte r&b in de blanke popcharts, is de scheiding nog groot. Maar de eigenaar van Sun ziet andersom wel kansen. Volgens de overlevering heeft Phillips al voordat hij Presley ontdekt, zich wel eens laten ontvallen dat een blanke muzikant groot succes zou kunnen boeken met zwarte muziek. Pas dan, zou zijn redenatie zijn geweest, kun je immers een doorbraak forceren naar het grote witte publiek en de blanke hitlijsten. Zelf zegt Presley aan het begin van zijn loopbaan over zijn voortrekkersrol: ‘De zwarte muzikanten spelen en zingen al heel lang zoals ik doe, al veel langer dan ik weet.’

That’s Allright Mama

Sam Phillips laat Elvis eind juni 1954 op een zaterdag voor een auditie naar zijn studio komen. De auditie heeft niet het gewenste resultaat, maar Phillips onderneemt een tweede poging. Hij vraagt twee plaatselijke muzikanten, gitarist Scotty Moore en contrabassist Bill Black, met Presley aan de slag te gaan. Deze tweede auditie is niet in de studio, maar ten huize van Scotty Moore, op zondag 4 juli 1954. Het duo is niet bijster onder de indruk van Presleys zangkwaliteiten, maar raakt wel onder de bekoring van Elvis’ uitstraling. Besloten wordt op maandag nóg een keer een sessie te beleggen in de Sun Studio.

Het is maandagavond 5 juli 1954: Elvis Presley wordt letterlijk gered door de gong voor de laatste ronde. Hij bereikt met Scotty Moore, Bill Black en Sam Phillips achter de knoppen aanvankelijk weer niet het gewenste resultaat met een oude song van crooner Bing Crosby en de countryballade I Love You Because. Het is al bijna middernacht als besloten wordt pauze te nemen. Elvis pakte gedurende deze break zijn eigen gitaar en zet That’s Allright Mama van Arthur Crudup in, in een aanmerkelijk hogere versnelling dan de oorspronkelijke versie uit 1946. Moore en Black vallen in.

That’s Allright verschijnt op 19 juli 1954 op single.

20.000 singles over de toonbank

Sam Phillips werkt zich maandenlang in het zweet om de plaat onder de aandacht te brengen van platenzaken, radiostations en programmeurs in de wijde omtrek van Memphis. Radiodeejay Dewey Phillips (geen familie van Sam) is de eerste die That’s Allright oppikt. Hij wordt na het draaien bedolven onder een stortvloed aan reacties. That’s Allright krijgt daarna in Memphis veel airplay en verkoopt lokaal goed; andere lokale radiojongens kiezen voor de b-kant Blue Moon of Kentucky. Van Elvis’ eerste officiële releasen worden vermoedelijk ongeveer 20.000 stuks verkocht.

Phillips gaat intussen onvermoeibaar door met zijn promotiecampagne. In de zuidelijke staten van de VS stijgt de ster van Elvis Presley snel. Dit blijft ook landelijk niet onopgemerkt. Billboard Magazine roept Presley uit tot de meest beloftevolle country & western-zanger van 1954. De agenda van de 19-jarige zanger loopt vol. Voor 1955 staan al snel liefst 160 optredens geboekt in de zuidelijke staten.

Citaat van een ooggetuige van zo’n concert: ‘Hij had erg lange bakkebaarden en zweette. Langer dan een minuut stond hij daar. Hij keek gewoon naar zijn witte schoenen. Plotseling was zijn hoofd naar achteren, zijn voeten wij gespreid, terwijl één been schudde en wiegde tegelijk. Ik dacht even dat hij gebeten werd door mieren. Hij greep zijn gitaar en begon te zingen. (…) Plotseling begonnen meisjes vanuit alle hoeken van het stadion het podium te bestormen. Elvis leek een beetje bang en begon zich terug te trekken. Maar hij struikelde, viel neer, en was niet langer te zien onder de hysterische meisjes.’

Zo gaat het nu voortdurend. De eerste keer dat zich dergelijke taferelen afspeelden, op 30 juli 1954 in Memphis, begrijpt Elvis de ophef niet. Hij zegt zelf: ‘Mijn manager vertelde me dat het was omdat ik zo bewoog. Dus toen ik opging voor de toegift, deed ik een beetje meer. Hoe meer ik deed, hoe wilder ze werden.’

Een grote countryhit

Eind 1955 scoort Presley een tophit in de countrycharts met Mystery Train. Het is de laatste single die wordt uitgebracht op Sun Records. Het succes van Mystery Train en berichten over de hysterische taferelen bij zijn optredens in het zuiden, zorgen ervoor dat Elvis in het oog loopt bij de Recording Company of America ofwel RCA. In november 1955 koopt RCA het contract van Sun Records af voor 35.000 dollar, destijds een ongehoord hoog bedrag voor een dergelijke transactie. Het contract wordt uit onderhandeld door Presleys nieuwe manager Tom ‘The Colonel’ Parker, in 1909 onder de naam Andreas van Kuyck geboren in Breda.

RCA heeft twee opnamesessies nodig, in Nashville en New York, om Elvis een beetje te kunnen laten klinken zoals Sam Phillips deed met behulp van nagalm en bandvertraging op zijn Ampex 350 recorders. Maar het loont de moeite, want RCA’s resultaat Heartbreak Hotel mocht er zijn. In april 1956 bereikt de single de eerste plaats van de Billboard Charts. In zijn eerste drie maanden bij RCA Records worden elke dag liefst 75.000 exemplaren van Elvis’ platen verkocht. Presley wordt het nieuwe idool van de Amerikaanse tienerjeugd. Die kan dankzij het gloednieuwe fenomeen transistorradio zelf kiezen naar welke muziek het wil luisteren, zonder inmenging van vaders en moeders met andere muzikale voorkeuren.

De rest is historie en hysterie.

Lees ook: Willie Dixon, backbone van de blues

Gepubliceerd in muzikantenmagazine Music Maker, juli 2004. Eén van de bronnen voor dit verhaal was het boek ‘Elvis A. Presley, Muziek Mens Mythe’ van Marc Hendrickx, verschenen bij QM Publishing, 1998. Foto’s: Library of Congres (coverfoto) en RCA (inzetfoto).