Ôs Sjefke

Ik ben in Brunssum en mijn Tom Tom begrijpt het niet. De navigator bezorgt mij ongewild een sightseeing-toer door volksbuurt De Egge. Het levert mij een flashback op. Het lijkt of ik terug ga naar mijn jeugd, toen ik een seizoenkaart van FC Groningen had. Ja, in De Egge voelt het alsof ik in de Groningse Oosterparkwijk ben, waar mijn FC destijds lekker balde.

Zo rijd ik wat rondjes. Tom en Tom beweren bij hoog en bij laag dat ik warm ben, heel warm zelfs. De afstand tussen mij en Sjefke taxeert hij soms op minder dan 100 meter. Maar aldoor brengt hij mij er nét niet. Ik zie de straten, de dorps aandoende huizen van rode baksteen en het charmante pleintje in De Egge een keer of wat.

Uiteindelijk negeer ik eigenwijs Toms satellietnavigatie. Ik kies voor de enige straat die ik nog niet heb gehad. Ja hoor, daar staat Sjefke te stralen in de zinderende zomerzon. Nee, er zit geen Sjefke meer “op” de kraam. Een man en een vrouw met een Chinese achtergrond zijn nu de frituristen van dienst, vertelt de buurman die een vuilniszak naar de openbare afvalbak brengt.

Haal je “Sjefke” door de wereldwijde vindmachine, dan krijg je verhalen over wildwesttaferelen. Heel wat journalisten maakten enkele jaren geleden in De Egge reportages over moord en trammelant. Ik op mijn beurt kan alleen maar constateren dat het in de buurt verpletterend kalm kan toegaan. Afgezien van de buurman, zie ik tijdens mijn wijktoer geen mens op straat.

Vreemde gewaarwording trouwens. Diep in Limburg spookt ineens het lied van good old Piet Fransen door mijn hoofd: “Kom ik in het Oosterpark, en hoor daar het olé. Nou, dan leef ik helemaal, al speel ik niet meer mee…”

Bestel hier mijn boek De Frietkraam