Search
Search

Aldus songsmeden

“Alle woorden zijn al eens gebruikt. Het gaat om de manier waarop je ze op een rij zet.” Aldus de Bob Dylan over zijn eigen ambacht, songwriting. Collega Paul Simon zei ooit: “Er zijn heel wat songs met betekenisloze teksten die enorme hits werden. Er zijn maar een paar songs die populair zijn omdat de teksten goed zijn.”

Wat zeggen de liedjessmeden die zich bewezen hebben over hun vak? Een songwriter vragen waarom hij liedjes maakt, lijkt net zo onzinnig als aan een kunstschilder de vraag stellen waarom hij met verf op een doek kliedert. Het meest voor de hand liggende en meest gehoorde antwoord luidt logischerwijs: “Omdat ik me op die manier goed kan uiten.” Natuurlijk, er kunnen andere motieven in het spel zijn. Veel mensen schilderen bijvoorbeeld om te kunnen ontspannen, om hun stress kwijt te raken. Zo zijn er ook meer drijfveren om liedjes te componeren. De Amerikaanse rocker Tom Petty noemde: “Eigen songs maken is de enige manier om uit te vogelen hoe muziek nou precies in elkaar steekt.”

Chuck Berry: “Stadsnamen verkopen goed”

De godfather van de rock & roll Chuck Berry was één van de eersten die eigenhandig gemaakte liedjes zélf als uitvoerend muzikant vertolkte. Hij gaf een sec zakelijke motivering voor zijn auteurschap: “Ik schrijf songs om ze te verkopen. Dat doet iedereen, maar de meeste mensen willen het niet toegeven.” Geld was ook zijn motivatie om in veel van zijn songtitels de namen van Amerikaanse steden te noemen. Want, aldus Berry: “Dat deed ik omdat er in elke stad wel een groepje zou zijn dat de plaat zou kopen, omdat zijn woonplaats erin werd genoemd.”

Als je ongelukkig bent, dan tover je de mooiste volzinnen op papier. Of als je dronken bent, of onder invloed van drugs. Je hoort vaak zeggen, dat in zulke omstandigheden de ware kunst ontstaat, het werk dat het publiek in vervoering brengt. Het is een fabeltje dat veel bekende songwriters wensen te ontzenuwen. Tom Petty: “Je kunt juist de mooiste dingen schrijven als je gelukkig bent. Ik denk zelfs dat alles beter gaat als je je goed voelt.”

Voor een andere vaak gehoorde bewering lijkt wel veel te zeggen, namelijk dat veel songwriters hun beste werk schrijven als ze jong zijn. Countrylegende Kris Kristofferson zegt over de tijd toen hij nog groener was: “De melodieën ontstonden toen gemakkelijker; ik kon er om het even welke woorden bij passen. Nu moet ik knokken om op een melodietje te komen. Ik denk dat je muzikaler bent als je jonger bent.” Hoe het ook zij, songwriting is bijna altijd een kwestie van zelfdiscipline, van goochelen met woorden, akkoorden en fraseringen, net zolang tot ze een kloppend geheel vormen, tot alle stukken op hun plaats vallen.

Tom Petty: “De snelste zijn de beste”

Zelfdiscipline is belangrijk, elke songwriter weet het. Zoals ook iedere liedjessmid incidenteel de ervaring ondergaat dat een song zich plots als donderslag bij heldere hemel aandient of opdringt. Zomaar vanuit het niets schrijven een tekst en een melodie zich als het ware helemaal vanzelf. Niet zelden leiden zulke spontane, snelle ingevingen tot de iconen van een repertoire. Tom Petty zei: “Ik heb het idee dat de songs die het snelst worden geschreven de beste zijn. Zodra ik in zo’n geval eenmaal de titel en het refrein goed had, was het een fluitje van een cent.”

Neil Young deelt Petty’s mening: “Soms, als ik een song schrijf, krijg ik het gevoel dat er dingen in me werken waarop ik geen grip heb, maar die wel verscheidene prachtbeelden opleveren. Daarom aarzel ik om mijn songs te redigeren. Als ik lang over een song moet nadenken, dingen moet samenvatten, dan is het meestal niet mijn beste song. Mijn beste werk ontstaat spontaan.”

Het komt zelden voor dat op dergelijke wijze genoeg songs voor een heel album of voor een avondvullend concert tot stand komen. Nee. Het verdient geen aanbeveling erop te vertrouwen dat zo’n brainwave zich aandient vlak voor de gang naar de studio moet worden gemaakt voor het opnemen van een nieuwe cd. Petty nogmaals: “De song is er of hij is er niet. Dat is eigenlijk het ergste. Je kunt onmogelijk naar een opnamesessie gaan met de mededeling: ik heb bíjna een song. Er zal dan meestal niets uitkomen; hij moet kant en klaar zijn.”

Inspiratie dient zich niet aan, maar moet je kunstmatig oproepen door aan de slag te gaan, meent Petty. “Ik heb songs geschreven die ik meteen weggooide. Maar alleen al door het proces door te maken, bleef er een flard van het idee hangen. Als je maar aan het werk blijft, komt er vanzelf iets uit.”

Bob Dylan: “Inspiratie vasthouden”

Bob Dylan vindt het aan te raden om een afgedwongen song wel dadelijk helemaal af te maken. Doe je dat niet, dan kan het zijn dat de oorspronkelijke inspiratie niet meer terugkeert. De Amerikaanse Nobelprijswinnaar: “Als je iets goeds in je vingers hebt en je legt het een poosje terzijde, dan kun je niet aannemen dat je er later gemakkelijk weer mee verder kunt gaan. Waardoor je ook werd geïnspireerd om eraan te beginnen, het is er gewoon níet meer als je de zaak opnieuw oppikt. Dan moet je bewust je inspiratie activeren om erachter te komen waardoor je werd geïnspireerd. Doorgaans houd je dan een goed en een minder goed gedeelte over, en doet het minder goede gedeelte het bruikbare gedeelte teniet.”

Brad Roberts van de Crash Test Dummies zei over inspiratie: “De term suggereert dat iets je zomaar als donderslag bij heldere hemel overvalt. De werkelijkheid voor mij is dat het een kwestie is van discipline. Als al het andere werk gedaan is, zet ik de telefoon uit en maak ik een hele hoop aantekeningen.” Roberts wil niet gestoord worden door mensen die hem opbellen of op een andere wijze storen in zijn proces.

Heather Nova: “Ik zonder mij helemaal af”

Veel songwriters kiezen ervoor zich af te sluiten om tot resultaat te komen. Countrydiva Dolly Parton trekt zich in eenzaamheid terug in een houten huisje in haar thuisstaat Kentucky. Ze gaat een week vasten en schrijft vervolgens de songs voor een nieuwe plaat. Heather Nova is ook iemand die de jachtige samenleving bewust buiten de deur houdt als ze haar ambacht uitoefent: “Om nummers te schrijven zonder ik mijzelf helemaal af van de rest van de wereld. Ik moet echt helemaal alleen zijn om te kunnen schrijven, om te kunnen voelen wat er nu echt belangrijk is in mijn leven. En het liefst moet de zee binnen handbereik zijn.”

Neil Young heeft het geruis van de golven niet nodig; hij componeert bij voorkeur als hij onderweg is. Young: “Ik schrijf de meeste songs in voertuigen en speel ze later op een instrument. Ik componeer meer in mijn hoofd dan met een gitaar in mijn handen, tenzij het ‘s avonds heel laat is en ik een gitaar bij de hand heb en ik wellicht dronken ben. Ik maak onderweg notities op alles wat ik bij de hand heb.”

Alanis Morissette stelde zichzelf bewust op de proef. “Ik wilde nagaan onder welke omstandigheden ik het beste kan schrijven. Toen ben ik naar Toronto in Canada gegaan en heb alles in vrij korte tijd in een studio geschreven,” zei ze over het proces dat leidde tot het album Under Rug Swept. Het zijn vaak losse flodders, neergeschreven op kladblaadjes of in schriften, die uiteindelijk leiden tot een lied. Dylan: “Overal in huis liggen briefjes met krabbels, aantekeningen. Soms neem ik me op bepaalde dagen voor om alle regels die me te binnen schieten op te schrijven; de dingen die ik denk of de dingen die ik opvang. En soms houd ik inderdaad iets over. Ik leg het dan terzijde om het later ergens in een song te verwerken.” Bruce Springsteen: “Voor oude songs gebruikte ik soms een aantal tekstregels die al vier of vijf jaar in mijn hoofd zaten. Je weet dat het goede tekstregels zijn, maar ze hebben nooit hun juiste plek gevonden.”

Alanis Morissette: “Dagboek vol anekdotes”

Alanis Morissette houdt een soort dagboek bij waarin ze van zich af schrijft. Morissette: “Ik heb bepaalde periodes dat dingen, verhalen en toestanden die ik heb meegemaakt er absoluut uit moeten en dan staat mijn dagboek vol anekdotes en onderwerpen waar ik dieper op in wil gaan. In het afgelopen hoofdstuk, zoals ik dat noem, stonden dertig onderwerpen voor songs. En daar heb ik dertig liedjes van gemaakt. Het is eigenlijk een combinatie van discipline en inspiratie.”

Het schrijversduo van de Achterhoekse formatie Normaal beschikt niet over zo’n mooi gestructureerd aantekenboek als Alanis. Frontman Bennie Jolink: “Tekstschrijver Bennie Migchelbrink en ik hebben allebei een koffer vol vodjes papier, vol ongebruikte flarden.” Gaan ze samen aan de slag om nieuw repertoire te maken, dan gaan dus de koffers open.

De losse flarden van kladblaadjes zullen vaak de oneliners zijn waarop een uiteindelijke song sterk leunt; ze vormen veelal de basis van de hookline. Dylan weet dat veel van zijn collega’s zo’n oneliner als uitgangspunt nemen voor de rest van het ontstaansproces. Dylan: “Ze verzinnen een regel die alles samenvat en vervolgens gaan ze terug om hetgeen er aan vooraf moet gaan in te vullen. Ik begin meestal bij het begin en vraag me vervolgens af waar ik heen moet gaan. Soms vul ik eerst het middengedeelte in en schrijf ik het eerste en laatste couplet bij een andere gelegenheid, maar ik werk nóóit van eind naar begin.”

Art Zaaijer van De Div gelooft dat het helemaal niet nodig is dat een song tekstueel een kop en een staart moet hebben: “Bij popmuziek gaat het erom dat er een goede hook in zit, de rest doet er niet toe. Gewoon een kwestie van opvullen met platte onzin.” Huub van der Lubbe van De Dijk wil graag iets meer brengen dan onzin. Van der Lubbe: “Het moet direct begrijpelijk zijn. Dus vallen ingewikkelde woorden en al te genuanceerde uitspraken af. Al mogen vier van zulke zinnen natuurlijk best een wending hebben waarbij je denkt: Hé, hoe zit het nou precies? Want dat is juist grappig.”

Een tekstuele hookline is een goed begin, een pakkende instrumentale riedel, een riff, maakt een song verder af.

Bob Dylan: “Banjo werkt goed”

Dylan heeft de riff vaak in een vroeg stadium, zegt hij. “Die vertaal ik naar piano of gitaar. Het gebeurt vaak genoeg dat ik met een bepaald loopje in mijn hoofd wakker word, of dat er me overdag spontaan één te binnen schiet. Ik probeer dan de melodielijn te pakken te krijgen en dan begin ik op die basis tekstregels te schrijven. Ik kan met elk instrument dat ik bespeel een song uitwerken. Maar een elektrische gitaar verschilt aanzienlijk van een akoestische gitaar. Met een banjo kan ik altijd heel goed songs schrijven. Dat zijn allemaal échte instrumenten. Je hebt ook nog van die technische dingen, van die kleine keyboards. Daar kun je allerlei geluidjes uit halen. Die zijn, tot op zekere hoogte, bruikbaar. Mijn melodielijnen zijn vaak heel eenvoudig. Ze moeten wel eenvoudig zijn, anders zou ik ze niet kunnen onthouden; meer valt er eigenlijk niet over te zeggen.”

Bruce Springsteen: “Ik splits mijzelf op”

Afgezien van de hookline en de riff valt er wél het nodige te zeggen over hoe de luisteraar wordt aangesproken. Dat gebeurt vaak in de ik-vorm, maar het kan natuurlijk ook anders. Bruce Springsteen voert in zijn songs vaak personages ten tonele. Springsteen: “Ik zou niet weten of ik personen speel, maar ik schrijf voor diverse personages. Je splitst jezelf als het ware op. Wanneer je schrijft voor andere personages laat je het publiek heel even door andere ogen kijken. Dat geeft je de ruimte die nodig is om een specifiek verhaal te kunnen vertellen. Als je dat verhaal in de eerste persoon zou vertellen, zou het overdreven en zelfs sentimenteel overkomen. Het is eigenlijk een maniertje, maar zo werkt het. Om het echt te laten overkomen moet je er enorm veel van jezelf instoppen, om de personage waarover je schrijft geloofwaardig te laten zijn, om iemand neer te zetten die werkelijk leeft en ademt.”

Mick Jagger gebruikt Springsteens “maniertje” incidenteel. De frontman van de Rolling Stones: “Je hebt er niet altijd zin in om teksten vanuit een privéstandpunt te schrijven. Je wilt wel eens proberen of je andere personages aankan. Niet alles wat ik in de eerste persoon zing, komt van mij, hoewel, toegegeven, het meeste wel.” Henk Westbroek zweert bij de ik-vorm en heeft in elk geval een enorme afkeer van de derde persoon meervoud. De radiopresentator annex zanger: “Ze hebben ons weer belazerd. Zé, de regering… Nee. Ik is veel beter; ík is gewoon een stijlkenmerk waarin je heel veel kwijt kunt, waaraan je heel veel lading kunt meegeven.”

Bennie Jolink: “Rijm en ritme moeten kloppen”

Maar van groter belang dan de tekst, menen veel songwriters, zijn het ritme en de melodie van een nieuwe song. Westbroek: “Een slechte tekst kan onderdeel van een goed liedje zijn, maar een slechte melodie betekent, hoe geniaal de tekst ook is, dat je een slecht liedje hebt.” Normaals Bennie Jolink: “Het moet wel rijmen, de metriek moet kloppen. Je moet het comprimeren: in één zin moet zoveel mogelijk kracht zitten, vooral in het refrein.”

Het samen schrijven en componeren van songs is een discipline apart. Het komt in de popmuziek veel voor dat duo’s samen componeren, waarbij vaak de één zich meer richt op de tekst en de ander zich vooral toelegt op de muziek. Er zijn ook bands die hun repertoire voor een belangrijk deel laten ontspruiten aan jamsessies en andere groepsprocessen. Bløf hanteert deze methode nu en dan. In een interview zeiden de Zeeuwen hierover: “Wij hebben geen vaste werkwijze. Soms is er eerst een tekst en maken we daar met zijn allen muziek bij, soms komt iemand met een kant-en-klaar liedje. Uiteindelijk komt het erop neer dat iedereen zijn ideeën op een grote hoop gooit en dat we daarmee aan de slag gaan.”

De eerste twee albums van Kane kenden elk een volstrekt eigen aanpak. Het leidende duo Dinand Woesthoff en Dennis van Leeuwen over de eersteling As Long As You Want This: “Wij vertelden aan iedereen hoe we het wilden hebben, zus en zo moest het gespeeld worden.”

Mick Jagger: “Ik licht de sfeer toe”

Kane gooide voor de opvolger So Glad You Made It het roer om als het gaat om de totstandkoming van de liedjes en de arrangementen. “Wij hebben eerst het raamwerk neergelegd van een liedje, waarbinnen iedereen met eigen input moest komen. Want ik kan geen drumbeats bedenken die gekker zijn dan die van Martijn, of toetspartijen beter dan die van de toetsenist. Bovendien moesten alle ego’s uitgezet worden en werd alles met elkaar overlegd. Als alles kan en alles mag; dan komen daar de leukste ideeën uit. En dan zijn er vijf van de tien kut en vijf van de tien te gek. Zo zijn alle nummers tot stand gekomen.”

Mick Jagger: “De Stones zijn allemaal musici, maar ik moet nog steeds verbaal met ze communiceren. Ik moet nog altijd dingen uitleggen, bijvoorbeeld welke sfeer een bepaalde song moet hebben. Als zanger en als songschrijver reken ik het tot mijn verantwoordelijkheid om te zeggen: ‘Luister eens, dit is een heel agressieve song of dit is een gevoelig stukje dat agressief wordt’.’’

De bekendste co-writers van Nederland zijn zonder twijfel John Ewbank en Han Kooreneef, de mannen achter Marco Borsato. Ewbank vergelijkt tekstschrijven met het lospeuteren van een rolletje plakband. Heb je het begin eenmaal te pakken, dan volgt de rest min of meer vanzelf. Ewbank: “Dan zeg ik bijvoorbeeld ‘De zon en de maan voor mij’. Ik geef dat door aan Han en hij krijgt dan verbale diarree. Hij schrijft achter elkaar door, pagina’s lang bij wijze van spreken, en belt mij op met en zegt ‘Dit heb ik’. Zo gaat het tussen ons over en weer. Het is een soort pingpong.”

Meer songwriting: Majeur en mineur

Dit verhaal verscheen eerder in Music Maker. Voor dit artikel werd geput uit verschillende bronnen, waaronder het boek Written In My Soul van Bill Flanagan, verschillende interviews met songwriters in muziekblad Aloha en het boek Klare Taal: 15 Jaar Nederlandstalige Rock, van Erik van den Berg en andere schrijvers. Foto: Chuck Berry in 1957, Wikimedia.