Slingeland. Het is de officieuze naam van het gebied waar ik woon, het stroomgebied waar de beek de Slinge slingert. Slingeland, niet Slingerland. Slingerland bestaat ook. De naam is nauw verbonden met de hoogtijdagen van de jazz en de bigbands.
Is het een fabeltje? Ach, wat bromt het. De anekdote over het vermoedelijke ontstaan van drumcompany Slingerland is te mooi om onvermeld te laten. Dus hier komt ‘ie. Ergens tussen 1912 en 1916 komt Henry Heannon Slingerland tijdens een gokspel in het bezit van een postorderbedrijf. Het gebeurt aan boord van een radarboot op de rivier de Mississippi. De postorderfirma verkoopt thuislessen aan mensen die ukelele willen leren spelen. Uit dit bedrijf ontstaat de Slingerland Banjo & Drums Company in Chicago.
Mooi verhaal toch?
De eerste catalogus met drumstellen laat na Henry’s fortuinlijke gokwinst wel even op zich wachten. Het oudst bekende overzicht van de producten stamt uit 1928. In het assortiment zitten toms ofwel trommels die aan beide kanten zijn bespannen met kalfsvellen. Dat is voor die tijd een bijzonderheid. De meeste drumbouwers gebruiken alleen kalfsvellen voor de bovenkant. Van onderen dekken ze de toms af met vellen van varkenshuid. Slingerland is dus innovatief.
Huiden genoeg trouwens, daar in Chicago. Want de stad herbergt in die tijden, bijna een eeuw geleden, ’s werelds grootste vleesindustrie. Het is dus voor drumbouwers geen probleem om aan huiden van varkens en runderen te komen.
Opzwepende drumsolo’s
Mede door de toms met dubbel kalfsleer komt Slingerland in het vizier bij drummers die naam maken. Eén van hen is jazzdrummer Gene Krupa. Krupa, geboren in Chicago in 1909, is nog maar een jonkie als hij in 1930 endorser wordt bij Slingerland. Krupa raakt helemaal verslingerd aan Slingerland-drums en wordt hét gezicht van het merk. Meer dan veertig jaar blijft hij de drummaker uit Chicago trouw. Sommige vindingen van Slingerland zijn Krupa’s eigen geesteskinderen. Zo worden op zijn verzoek stembare toms ontwikkeld.
Ja, Slingerland mag zich gelukkig prijzen dat juist Krupa bij de firma aanklopt. De jazzdrummer treedt namelijk in 1935 toe tot het jazzorkest van frontman Benny Goodman. De band uit Chicago maakt wereldwijd naam met zijn bigbandmuziek. Goodmans bigband ontwikkelde zich bovendien tot een kweekvijver voor veel legendarisch geworden solisten.
Benny Goodman is de Elvis van zijn tijd. Hij brengt in zijn hoogtijdagen met zijn opzwepende dansmuziek veel teweeg bij zijn publiek. De hysterische taferelen die zich afspelen tijdens sommige concerten, zijn nooit eerder vertoond in de preutse verenigde staten van Amerika.
Rond 1938 bereikt de manie een kookpunt. Bij het opwekken van de publieke extase speelt Krupa een vooraanstaande rol. Als een waanzinnige drumt hij zijn lange solo tijdens de uitvoering van Goodmans topnummer Sing Sing Sing. Overal waar de bigband optreedt, ontvlamt bij Krupa’s solo de boel. Voor suppoosten is er bij concerten vaak geen houden. Het publiek kuis in het gareel houden is een onbegonnen zaak. Iedereen komt overeind uit zijn concertstoel: honderden bezoekers bewegen wild dansend in de gangpaden van de plechtige concertzalen.
Dan komen de Beatles
Gene Krupa vestigt hiermee niet alleen de aandacht op zijn muziek en op zichzelf, maar ook op zijn drumkit. Zijn vierdelige setup, de Slingerland Radio King-kit, raakt in trek bij andere jazzdrummers. Krupa’s setje van trommels, bekkens en bellen ontwikkelt zich tot het veruit beroemdste drumstel van de veertiger jaren van de vorige eeuw. Het Radio King-drumstel groeit uit tot een jazzstandaard. Dankzij Krupa blijft Slingerland ook in de vijftiger jaren een drummerk van belang. Wel is inmiddels Henry Slingerland (1875-1946) overleden en heeft zoon Bud het heft in handen genomen. Maar ook in het tijdperk van Elvis en de rock & roll kiest menige slagwerker voor kits van Slingerland.
Als het decennium van Elvis the Pelvis voorbij is, verandert er iets. Met de opkomst van nieuwe populaire muziekstromingen als beat, pop en rock gaat Slingerland kopje onder. Vooral het eerste Amerikaanse televisieoptreden van de Beatles, in februari 1964, hakt er in bij Slingerland. Deze ene uitzending in de show van beroemde host Ed Sullivan verzwakt de positie van de pionierende drumbouwer danig. Miljoenen Amerikaanse tieners zien Beatles-drummer Ringo Star erop los slaan achter een drumstel van Ludwig. Een betere reclame is niet denkbaar. Ludwig, ook gevestigd in de Windy City, ontwikkelt zich tot de standaard voor pop- en rockdrummers. Slingerland vervalt tot een imago van oubolligheid, het wordt een merk van de oude tijd.
Budgetmerk op internet
Slingerland komt terecht in moeilijk vaarwater. Aan het einde van de zestiger jaren is de swing er helemaal uit. Het drummerk van Henry en Bud Slingerland wordt speelbal van de musicbusiness. In 1970 komt het drummerk in handen van Mac Millan & Co. Het bedrijf doet Slingerland dertien jaar later alweer van de hand. Fred Gretsch, nazaat van de gelijknamige drum- en gitaarfabriek, wordt in 1983 de nieuwe eigenaar. Gretsch slaagt er niet in Slingerland weer op de rails te krijgen. In 1994 op belandt Slingerland bij Gibson Musical Instruments, home van de beroemde Gibson Les Paul gitaren.
Bij Gibson wordt Slingerland een stiefkindje. Er wordt nauwelijks naar omgekeken. Het verwordt tot een budgetmerk, dat op den duur een roemloos en zieltogend bestaan leidt als handelswaar op internet. Zo kun je goedkope Slingerland-kitjes kopen via Gibsons eigen webshop. Maar ook Gibson gaat het niet voor de wind: in 2018 gaat het iconische gitaarimperium failliet. Een jaar daarna koopt de Californische slagwerkmaker Drum Workshop Slingerland uit de failliete boedel.
Daarna bleef het lang stil rond Slingerland…
Meer vintage muziek: 12 snaren
Eerder gepubliceerd in Music Maker. Foto: Gene Kupa’s drumkit, ontleend aan Slingerland-catalogus.